Politiek en Samenleving

Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.
Politiek en Samenleving

Voor een vrije samenleving


    Zonder vrije wil toch schuldig zijn

    Eric de Blois
    Eric de Blois
    Beheerder
    Beheerder


    Aantal berichten : 754
    Leeftijd : 64
    Woonplaats : Chili
    Registration date : 06-08-08

    Zonder vrije wil toch schuldig zijn  Empty Zonder vrije wil toch schuldig zijn

    Bericht van Eric de Blois do nov 25, 2010 9:50 pm

    Zonder vrije wil toch schuldig zijn

    Bron: Trouw

    Stel dat de menselijke vrije wil niet bestaat, wat zijn dan de gevolgen? „Al zouden we geen vrije wil hebben”, denkt hoogleraar Carla Sieburgh, „dan nog hebben we een instinctief gevoel van rechtvaardigheid.”

    ’Er ontstaat in de wetenschappelijke wereld stilaan consensus dat al onze beslissingen inderdaad deel uitmaken van causale netwerken.” Dat stelde de moraalfilosoof Jan Verplaetse vorige week in de eerste aflevering van de serie ’De dood van de vrije wil’.

    Naar zijn idee is de cruciale vraag niet of de vrije wil bestaat, maar wat de gevolgen zijn van een onbestaande vrije wil. Hoe belangrijk is een vrije wil voor bijvoorbeeld verantwoordelijkheid? „Ikzelf kom tot een radicaal antwoord”, zei Verplaetse. „Als de vrije wil niet bestaat, kan niemand verantwoordelijk zijn voor zijn daden.”

    Verplaetse was zich er goed van bewust dat er zonder vrije wil nogal wat op de helling gaat. „Onze moraal, maar ook ons rechtssysteem krijgt rake klappen, want zonder vrije wil is er geen schuld en zonder schuld is er geen misdrijf.”

    Die conclusie zou het huidige juridische systeem volkomen onderuit halen, toch?

    „Zo’n vaart zal het niet lopen”, zegt Carla Sieburgh, hoogleraar burgerlijk recht aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Zij promoveerde in 2000 op de aansprakelijkheid in het burgerlijke recht en onderzocht daarvoor de begrippen toerekening, schuld en risico.

    „De vrije wil is een onderwerp dat mij uit filosofisch en juridisch oogpunt al jaren bezighoudt”, zegt Sieburgh. „Neurobioloog Dick Swaab zegt dat we het product zijn van genetische informatie, de complexe invloeden in de baarmoeder en de ervaringen in onze eerste levensjaren. Als Swaab, en andere hersenwetenschappers, daaraan verbinden dat de vrije wil niet bestaat, geven zij vooral voorbeelden van ziektes als schizofrenie, autisme en depressie. Daarvan staat vroeg vast of we erdoor getroffen worden. Vrij extreme gevallen, terwijl wij in het recht meestal te maken krijgen met gewone, gezonde mensen, die binnen al hun genetische beperkingen toch met een zekere mate van vrijheid en verantwoordelijkheid handelen.

    „Daar komt bij dat de conclusies van hersenwetenschappers tot stand komen door allerlei proeven met breinmagneten. Ook die zijn vrij extreem. In het dagelijks leven is de invloed van breinmagneten marginaal. Ik denk dus niet dat deze benadering van de vrijheid van de wil het belang van de vraag naar verantwoordelijkheid voor het eigen handelen wegneemt.

    „Echt interessant wordt het als we binnen de kaders van het normale bezien in hoeverre mensen kunnen worden aangesproken op hun keuzes.”

    Iemand stapt met alcohol op in een auto en rijdt vervolgens een fietser omver die gehandicapt raakt. Noemt u dat een extreem geval?

    „Ik begrijp waar u heen wilt. Ik ben ook opgeleid tot medicus. Wij weten dat in ons genetisch materiaal vastligt of wij makkelijk of moeilijker weerstand kunnen bieden aan verslavende stoffen. Nee, deze drinker is geen extreem geval.”

    Zijn advocaat voert aan dat cliënt deze genetische constellatie heeft. Verdachte is niet vrij weerstand te bieden aan de alcohol. Hem treft geen blaam, hij heeft geen schuld aan dit ongeluk, dus: geen straf.

    „Laat ik met een omweg reageren. Ons rechtssysteem is zo’n 2500 jaar geleden in Rome ontstaan. De uitgangspunten die toen geformuleerd werden, zijn niet wezenlijk veranderd, terwijl de maatschappelijke context talloze keren op z’n kop is gezet.

    „Rond 500 voor Christus geloofden de Romeinen alleen in heidense goden. Die moesten plaatsmaken voor de heilige drie-eenheid van het christendom. Het canonieke denken heeft grote druk uitgeoefend op het recht. En ook het protestantisme, met zijn predestinatieleer, heeft zijn invloed laten gelden.

    „Daarna kregen we de Verlichting, waarin men veel waarde hechtte aan de autonomie van het individu. Dat autonomiedenken kwam in de jaren zestig, zeventig van de vorige eeuw onder druk te staan door de opvatting dat wij allemaal slachtoffer zijn van onze omgeving.

    „En nu blijken we gedetermineerd door onze hersenen. Is het niet opmerkelijk dat al die eeuwen de basis van ons rechtssysteem overeind bleef?”

    Het is niet opmerkelijk, het is onvoorstelbaar. Interesseert het recht zich dan niet voor maatschappelijke ontwikkelingen?

    „Zeker wel, in de jaren zestig werden de straffen minder zwaar, maar de gevangenissen zijn niet verdwenen.”

    Hoe verklaart u dan dat het juridisch systeem, ondanks al deze revoluties, niet wezenlijk is veranderd?

    „Omdat het recht er voor de mens is en de mens niet voor het recht. Ons juridisch systeem is vrij plastisch, het kan zich voegen naar nieuwe situaties, nieuwe inzichten.

    „Laten we het kernbegrip nemen waar Verplaetse zich op richt: schuld. Binnen de juridische context kennen we het begrip schuld sinds de Wet van de twaalf tafelen. Deze wet van ongeveer 455 voor Christus beschouwen we als de oudste optekening van de wetten van het Romeinse Rijk. Toen zijn voor het eerst de ongeschreven wetten van het gewoonterecht genoteerd op twaalf stenen tafelen die werden geplaatst op het forum, zodat iedere burger kon zien wat de wet was.

    „Tijdens mijn promotieonderzoek leerde ik dat je begrippen als schuld en boete op deze tafelen kunt terugvoeren. Hoe die begrippen precies werden geïnterpreteerd, weten we niet, maar duidelijk is dat het in het Romeinse Rijk vrij snel om een geobjectiveerde schuld moet zijn gegaan.

    Geobjectiveerd betekent: al weten we niet zeker of deze concrete persoon anders had kunnen handelen, in het algemeen kun je van iemand die in een boom klimt om takken af te zagen, verwachten dat hij omstanders waarschuwt voor vallend hout.

    „Ander voorbeeld dat in het Romeinse recht is beschreven: in het algemeen mag je van een barbier verwachten dat hij niet bij een speelveld gaat zitten scheren, omdat er een bal op zijn messen kan vallen en zijn klant verwondingen kan oplopen. Doet een barbier dit toch en snijdt hij inderdaad het oor van de klant af doordat er een bal tegen zijn arm geschoten wordt, dan zal bij de beoordeling van zijn aansprakelijkheid deze geobjectiveerde schuld maatgevend zijn.”

    Dus niet of die kapper zielig was of de automobilist te veel gedronken had.

    „Nee, het Romeinse recht laat die specifieke kapper, of de specifieke automobilist die alcohol heeft gedronken, buiten beschouwing.

    „In de Middeleeuwen ontstaat onder invloed van het kerkrecht aandacht voor de omstandigheden waaronder een misdrijf gepleegd wordt. Je kunt zeggen dat het recht subjectiever wordt. Vanuit dit subjectieve kerkelijk recht krijgt het begrip schuld in de negentiende eeuw een veel moralistischer karakter. Wie schuldig is, heeft persoonlijk verwijtbaar, slecht gehandeld.

    „Als Verplaetse stelt dat een onvrije wil betekent dat we niet langer verantwoordelijk kunnen zijn voor ons handelen en ook niet langer schuldig zijn, dan spreekt hij niet over de geobjectiveerde interpretatie van het begrip schuld zoals we dat bij de Romeinen tegenkwamen, maar over de subjectieve invulling van het begrip schuld uit de negentiende eeuw.

    „Stel nu dat de vrije wil niet bestaat – ik zeg ’stel’ omdat ik daar nog niet van overtuigd ben – dan hoeft dit niet noodzakelijk tot gevolg te hebben dat wij niet meer schuldig kunnen zijn, het kan ook betekenen dat juristen in de toekomst een meer objectieve invulling van het begrip schuld gaan hanteren.”

    Als de vrije wil niet bestaat, worden we dan niet allemaal wilsonbekwaam en rest ons hooguit tbs?

    „Nee, dat zal de samenleving niet willen.

    „Dit doet me denken aan een experiment met apen van de bioloog De Waal. Hij liet zien dat kapucijneraapjes driftig worden bij een onrechtvaardige behandeling. In zijn experiment gaf De Waal de aapjes steentjes, waarmee ze een stukje komkommer konden kopen. Dat vinden die aapjes lekker, ze aten de komkommer smakelijk op.

    „Toen zagen de aapjes dat een soortgenoot voor datzelfde steentje een druif kreeg, die ze nog lekkerder vonden. Vervolgens weigerden ze nog langer komkommer te kopen of aten de komkommer niet meer op. Als hun soortgenoot niets hoefde te betalen voor een druif werd het sommige benadeelde apen helemaal te gortig en smeten ze de stukjes komkommer en de steentjes naar de proefleider. Terwijl ze daarvoor die komkommer met smaak hadden zitten opeten.”

    Hoe kom ik van de druif van de aap naar de alcohol van de automobilist?

    „Ik geef dit voorbeeld, omdat ik ervan overtuigd ben dat ons gevoel voor rechtvaardigheid een zeer diepe emotie is. Al zouden we geen vrije wil hebben, dan nog hebben we dit intuïtieve, instinctieve gevoel van rechtvaardigheid, waar we vorm aan willen geven. Dat doen we door een moraal te formuleren en nu gebruik ik dit woord niet subjectief, niet moralistisch.

    „In zijn boek ’Het morele instinct’ is het juist Jan Verplaetse geweest die spreekt over gedeelde moraal. Hij beschouwt de gedeelde moraal als iets feitelijks, iets niet-normatiefs. De ethiek is de wetenschap die normatieve uitspraken doet over een bepaalde moraal. Onze maatschappelijke moraal wordt bepaald door datgene wat in een samenleving door een grote groep geaccepteerd wordt.

    „De vertaalslag is dat datgene strafbaar wordt geacht dat er buiten valt, dat niet geaccepteerd wordt. Die maatschappelijke moraal heeft betrekking op het leven van alledag en heeft weinig te maken met mensen die schizofreen zijn of depressief.”

    Maar wel met mensen die te veel drinken?

    „Zeker en het is in grote delen van Nederland lange tijd zeer gangbaar geweest om flink aangeschoten in de auto te stappen. Drinken en rijden ging prima samen. Onze maatschappelijke moraal omtrent alcoholgebruik verandert, dus ook de strafbaarheid en de strafmaat. Vrije wil of niet, wie nu met alcohol in het bloed een ongeluk veroorzaakt wordt zwaarder gestraft dan een kwart eeuw geleden. Zo’n bestuurder is niet onschuldig, omdat hij genetisch zo in elkaar zit dat hij niet van de fles af kan blijven, hij is schuldig omdat wij tegenwoordig van bestuurders in het algemeen verwachten dat zij weten dat rijden onder invloed gevaarlijk is.”

      Het is nu za mei 11, 2024 12:37 pm