Politiek en Samenleving

Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.
Politiek en Samenleving

Voor een vrije samenleving


    De filosofie achter porno

    Eric de Blois
    Eric de Blois
    Beheerder
    Beheerder


    Aantal berichten : 754
    Leeftijd : 64
    Woonplaats : Chili
    Registration date : 06-08-08

    De filosofie achter porno Empty De filosofie achter porno

    Bericht van Eric de Blois za aug 04, 2012 7:17 pm



    De filosofie achter porno

    Bron: trouw.nl - door: Sebastien Valkenberg - 31 juli 2012

    De filosofie achter porno Media_xl_1299454
    © Thinkstock.

    Kunnen we straks pornofilms kijken met een filosofisch keurmerk? Als het aan Alain de Botton ligt wel. Het genre moet namelijk op de schop, liet de Engelse filosoof onlangs weten via een persbericht. De klacht van De Botton: de huidige pornografie is gespeend van elke vorm van ethiek en esthetiek. Dat kan beter, vindt de filosoof, die bestsellers schreef als 'Statusangst' (2004) en 'Religie voor atheïsten' (2011).

    Heeft zo'n kwaliteitsoffensief kans van slagen? Als iemand in staat zou zijn om pornofilms te maken waarvoor de consument zich niet hoeft te generen, is het De Botton. Op de theorie volgt bij hem namelijk steevast de praktijk. Eerst schreef hij 'De architectuur van geluk' (2006) over het belang van mooie gebouwen en vervolgens liet hij die gebouwen maken via het project Living Architecture. Na de publicatie van zijn religieboek rezen er plannen voor een seculiere tempel in Londen. Geen wonder dus dat na De Bottons pleidooi voor betere porno al gauw het - door hemzelf ontkende - gerucht ging dat de filosoof zou laten zien hoe het óók kan, via een eigen website.

    Pizzabezorger
    Nu valt tegen De Bottons constatering weinig in te brengen. Goede smaak is ver te zoeken in pornofilms. Ze kenmerken zich door een absurde doelgerichtheid die spot met de zeden en de etiquette van het dagelijks leven. Alles is erop gericht om de daad zo snel en expliciet mogelijk in beeld brengen: als een pizzabezorger ergens aanbelt, volgt binnen een paar tellen de uitnodiging om de slaapkamer te komen bekijken. Smaakvol is anders.

    In zeventiende eeuw al expliciet
    De klacht van De Botton staat bovendien in een lange traditie van maatschappelijke afkeuring. Pornografie, stelt historica Inger Leemans in haar dissertatie 'Het woord is aan de onderkant' (2002), is vrijwel altijd een aanslag op de goede smaak geweest. Voor haar onderzoek naar pornografische romans in de zeventiende-eeuwse Republiek las Leemans boeken als 'Jan Stront' (1684) en 'De Leidsche straatschender' (1679). In explicietheid doen die boeken nauwelijks onder voor hedendaagse films met titels als 'Busty Cops on Patrol' (2009) of 'Boobaholics Anonymous' (2005).

    Volgens Leemans gebruiken de zeventiende-eeuwse auteurs vaak 'onomwonden woorden voor de daad en de geslachtsdelen' en bedekken zij niets met 'de mantel der zedigheid'. Maar behalve schaamteloos vonden de autoriteiten van weleer dit proza ook opruiend. Leemans toont aan waarom: in de pornografische romans klinkt het gedachtengoed door van Baruch de Spinoza. Net als de vaandeldrager van de radicale Verlichting gingen de porno-auteurs uit van een universum waarin het bovennatuurlijke ontbrak. Slechts de natuur (in hun optiek: het libido) resteert als aanjager van onze handelingen. De gezagdragers ervoeren de 'vuijle ende obscene boekies' als een frontale aanval op de christelijke mores. In 1669 verscheen een lijst met titels die in beslag genomen moesten worden.

    Het aanstootgevende toestaan
    Maar censuur werd gaandeweg een steeds minder vanzelfsprekende reactie op zaken die aanstoot gaven. Verlichtingsfilosofen bepleitten een andere benadering: sta het aanstootgevende knarsetandend toe. Die nieuwe aanpak vereiste training van het incasseringsvermogen, en pornografische romans waren daarvoor bij uitstek geschikt. Als tolerantie het kroonjuweel van de Verlichting is, heeft pornografie aan de bevordering daarvan misschien wel meer bijgedragen dan de taaie kritieken van Immanuel Kant. Zo bezien zouden we het subversieve genre misschien juist moeten koesteren in plaats van, zoals Alain de Botton, ertegen te strijden.

    Porno als breekijzer voor meer tolerantie
    Exact deze redenering inspireerde Salman Rushdie tot het schrijven van het essay 'The East is Blue' (2004), over de rol van porno in Azië en de moslimwereld. De verkrampte omgang met seksualiteit aldaar lijkt op de situatie in de zeventiende-eeuwse Nederlandse Republiek. Het thema staat onder streng toezicht van de geestelijkheid, die zich opwerpt als hoeder van de zedelijkheid. Maar Rushdie hoopt dat pornografie opnieuw als breekijzer kan fungeren voor meer tolerantie.

    Beter verteerbaar
    Alain de Botton bewandelt precies de omgekeerde weg. Hij kiest niet voor tolerantie om het spanningsveld met de goede smaak hanteerbaar te maken. Zijn pleidooi: zorg er liever voor dat de porno zelf beter verteerbaar wordt. Hij wil films die in staat zijn om 'onze hogere waarden te ondersteunen in plaats van te ondermijnen.' Zulke producten doen veel minder een beroep op ons incasseringsvermogen en geven amper aanleiding tot knarsetanden. Tolerantie is dan overbodig.

    Welke cinema hem precies voor ogen staat, zegt De Botton niet. Moet aan de coïtus tussen de pizzabezorger en zijn tegenspeelster een goed gesprek met een glas wijn voorafgaan? Maar ook los van de precieze uitwerking is enige argwaan op zijn plaats. Want het is maar de vraag of het wel mogelijk is om, in de woorden van Rudy Kousbroek (winnaar van de P.C. Hooftprijs én pornomaan), 'adembenemend mooie pornofilms' te maken.

    Porno versus erotiek
    Natuurlijk is het mogelijk om films te zuiveren van foute kapsels, glimwitte bungalows en goudbestikte decors - de attributen die volgens Joost Zwagerman in zijn essay 'Pornotheek Arcadië' (2000) steeds weer opduiken in pornofilms. De wansmaak regeert, maar tegelijk betwijfelt Zwagerman het nut van een oppoetsbeurt, zoals De Botton die ambieert. 'Op het moment dat de pornofilm een goede smaak verraadt, houdt porno op porno te zijn en zal het veranderen in het lieve, aangepaste, sociaal en cultureel correcte zusje: erotiek.' Een kroket die volgens de haute cuisine wordt klaargemaakt houdt op een zeker moment ook op een snack te zijn.

    Gêne voor het vertoonde hoort erbij
    Pornografie verdraagt dus weinig goede smaak. Het valt dan ook te vrezen dat een oproep zoals die van De Botton niet tot de beoogde kwaliteitsimpuls leidt, maar het genre juist om zeep helpt. Dit laatste betoogt ook filosoof Ger Groot in 'De pornografische lust en zijn schaamte' (1996). Een zekere mate van aanstootgevendheid is volgens Groot onontbeerlijk voor pornografie. De consument moet in staat blijven om (een bescheiden) gêne te ontwikkelen voor het vertoonde. De belangrijkste aanjager van de opwinding is het besef bij de kijker dat hij iets consumeert dat hij eigenlijk hoort te verwerpen. Leert het keurige humanisme immers niet dat we anderen nooit tot object mogen reduceren? Toch is dit, aldus Groot, precies wat pornografie doet. De doorbreking van het taboe jaagt de lust verder omhoog. Kortom: pornografie heeft het keurslijf van alledag nodig om daar uit te kunnen breken.

    Verheffing van het genre, laat staan maatschappelijke acceptatie ervan, kan volgens Groot nooit het streven zijn. 'Aanvaarding van de pornografie is tegelijk de ontkrachting van elke pornografische lust.' Haar politieke incorrectheid verbiedt dat ze ooit op de lopende band van de supermarkt gaat alsof het een pak suiker betreft. Evenzo lijkt een website voor smaakvolle porno een contradictio in terminis. De bezoekersaantallen zouden weleens vies kunnen tegenvallen.



      Het is nu vr apr 26, 2024 3:16 pm