Politiek en Samenleving

Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.
Politiek en Samenleving

Voor een vrije samenleving


    Vrije wil tast Gods almacht aan

    Eric de Blois
    Eric de Blois
    Beheerder
    Beheerder


    Aantal berichten : 754
    Leeftijd : 64
    Woonplaats : Chili
    Registration date : 06-08-08

    Vrije wil tast Gods almacht aan Empty Vrije wil tast Gods almacht aan

    Bericht van Eric de Blois di nov 30, 2010 1:52 am

    Vrije wil tast Gods almacht aan

    Bron: Trouw

    In een serie onderzoekt Trouw de door neurologen veronderstelde dood van de vrije wil. De vraag naar het bestaan van de menselijke wil is al eeuwenoud, weten theologen Paul van Geest en Herman Selderhuis.

    Eva nam de appel aan. Adam ook. Is de mens dus vrij? Nee, de mens is geneigd tot alle kwaad, concludeert de christelijke theologie, of althans een deel ervan.

    Van vrije wil is niet veel sprake, volgens deze visie. De mens zou al voor de geboorte zijn voorbestemd tot de ’verdoemde massa’. Ook al doen we nog zo ons best, al werken we nog zo hard, we zouden maar moeten afwachten wat God voor ons in petto heeft: hemel of hel, geluk of verdoemenis. Of mensen nu het goede kiezen of niet, God kan rechtvaardigen wie hij wil. In deze voorstelling lijkt de mens een speelbal van de willekeur van God.

    Tot op de dag van vandaag duiken keer op keer twee mannen op in het theologische debat over de vrije wil. De ene is kerkvader Aurelius Augustinus (354-430). Hij formuleerde als eerste de opvatting van de uitverkiezing. De ander is kerkhervormer Johannes Calvijn (1509-1564). Hij poetste, samen met zijn collega-reformatoren, de opvatting van Augustinus opnieuw op.

    Dat de naam van vooral Augustinus muurvast aan de vrije wil is geknoopt, is best bijzonder. Augustinus stelde namelijk in de loop van zijn leven zijn visie op de vrije wil van de mens grondig bij. Tijdens dertig jaar bekvechten met andersdenkenden ontwikkelde hij een vrijheidsopvatting die vol tegenstrijdigheid lijkt te zitten. Dat is wellicht de belangrijkste reden waardoor deze nog altijd zo bruikbaar is.

    Ook Calvijn is minder rigide dan zijn critici vaak stellen.

    Voor een uitleg van die schijnbare tegenstrijdigheid bij Augustinus gaan we naar Paul van Geest (46), bekend van zijn interpretatie van het werk van kerkvader Augustinus. Hij is hoogleraar theologie aan de VU in Amsterdam en de Universiteit van Tilburg. En als Calvijnkenner bij uitstek raadplegen we Herman Selderhuis (49), verbonden aan de Theologische Universiteit Apeldoorn.

    En, heeft de mens een vrije wil?

    Paul van Geest: „Als het gaat over Augustinus en de vrije wil, kun je het bijna krijgen zoals je het hebben wilt. Ik kan citaten geven uit zijn vroege werk waarin hij verdedigt dat de mens op eigen kracht het goede kan willen. Maar in zijn werken vanaf 395 zegt hij juist dat de mens zelfs om het goede te willen Gods genade nodig heeft. God ’rechtvaardigt’ wie hij wil, of deze mens nu iets goeds gedaan heeft of niet. Het hangt dus niet van de menselijke vrije wil af maar van de wil van God, of het iemand vergund is iets goeds te doen.”

    Calvijn sluit op dit punt bij Augustinus aan, zegt Herman Selderhuis: „Hadden we een vrije wil, stelt Calvijn, dan zou God afhankelijk worden van de keuze van mensen. Dat is volgens hem onverenigbaar met Gods almacht. Bovendien, redeneerde Calvijn, als het van onze eigen wil afhangt, wordt de toekomst heel onzeker: ik kan vijfentwintig jaar vast geloven in God en daarna besluiten ermee te stoppen. Maar dan kan het voor altijd te laat zijn.”

    Dat lijkt somber. Want waar zijn dan nog de menselijke vrijheid, autonomie en verantwoordelijkheid?

    Selderhuis: „Als het gaat om de beslissing of God je heeft uitverkoren, heeft de mens geen vrije wil. Voor mensen onderling is er natuurlijk wel een vrije wil. Als ik op straat loop, zegt Calvijn, dan is het mijn eigen keuze om jou wel of niet te groeten. Verantwoordelijkheid, noemt hij dat.”

    Van Geest: „In grote lijnen is Augustinus er steeds minder van overtuigd geraakt dat de mens vrij is om te kiezen. Tot dat latere inzicht kwam hij vooral door levenservaring. Augustinus voerde als bisschop vele pastorale gesprekken en de ontwikkeling van zijn theologisch denken werd beïnvloed door wat hij om zich heen zag en door wat hij ervoer in zijn eigen leven.”

    Augustinus moest de visie van de mens die uit vrije wil zelf tot geluk komt, loslaten op grond van zijn godsopvatting.

    Van Geest: „Als mensen door het doen van goede daden zouden verdienen dat ze in de hemel komen, dan is er voor God weinig anders te doen dan die daden te registreren. Streepjes te zetten in de hemelse administratie. God wordt dan een tuttige gruttenteller. Dat botste met Augustinus’ opvatting over de grootheid en onbegrijpelijkheid van God.”

    Selderhuis: „Zo zag Calvijn het ook. Ook bij hem komt de mens niet uit vrije wil tot God. Calvijn zegt: ’Als ik kies om te geloven, kan ik zeggen dat het mijn eigen keuze is, maar eigenlijk is het Gods keus.’”

    Van Geest: „Als we ons God voorstellen als een administrator van onze goede werken, maken we van God een uitvergroot mens en persen we hem haast in een economisch model. Hij is dan niet meer dan een uitbetaler van ons heil, met rente en al.”

    Is God dan als een tiran die willekeurig de een wat goeds toewerpt, en de ander laat modderen?

    Van Geest: „Bij Augustinus weten we niet hoe onze daden beoordeeld zullen worden. Hij beschrijft de orde achter alle dingen als occultus: geheim. En aan het einde van zijn leven schrijft hij zelfs occultissimus: zeer geheim. Dat geeft voor hem een vorm van onzekerheid en die is heilzaam. Maar een ding staat altijd voor Augustinus vast: wij zijn niet de oorsprong van ons eigen bestaan. Ons eigen bestaan is niet het gevolg van onze vrije wil, al geven we met die vrije wil ons leven wel vorm. Zo legt Augustinus nadruk op God als onbegrijpelijk en voor alles genezend, al deugen wij niet en moeten wij ons daar heel goed bewust van zijn. Zo bant Augustinus ook de hoogmoed uit, die maakt dat mensen minder leuk met elkaar omgaan.”

    Hoe ziet Calvijn dit?

    Selderhuis: „De rol van God is bij hem nagenoeg hetzelfde. Waar Calvijn bang voor is bij mensen, is niet zozeer hoogmoed, maar chaos. Hij spreekt over hen als koeien, als varkens in hun gedrag. De een doet wat de ander doet, het liefst zijn ze lui en vooral bezig om de pens vol te stoppen met eten. Daarom heeft Calvijn het, vooral in zijn preken, heel vaak over verantwoordelijkheid en matigheid.”

    Wat heeft een mens zelf in te brengen volgens Augustinus?

    Van Geest: „Naarmate Augustinus ouder wordt, citeert hij vaker het woord van de apostel Paulus: ’Wat is het mens dat u niet hebt ontvangen?’ Zo wil hij benadrukken dat wij het leven en onze talenten hebben ontvangen, daar is geen vrije wil aan te pas gekomen.

    „Gelukt valt ons ten deel als wij als onmachtige baby’s goede ouders hebben en veilig zijn gehecht. Wat ouders je meegeven, is bepalend voor je handelen. Dat stuurt je vrije wil aan. Wat we bereiken moeten we volgens Augustinus dus niet te veel op onze eigen rekening schrijven. We kunnen wel op eigen kracht iets bereiken, maar dat moeten we niet overschatten.”

    Selderhuis: „Als we de almacht van God aantasten, dan is het niet meer leefbaar in de wereld. Dan is het een zinkend schip.”

    Calvijn is angstig?

    Selderhuis: „Dat hangt natuurlijk ook samen met de tijd waarin hij leefde: godsdienstoorlogen, de pest die rondging, allemaal gekkigheid. Heel Europa leek wel in paniek. Dan moet er wel een God zijn die de boel in de gaten houdt, aldus Calvijn. Vandaar komt hij bij de volgende vraag: hoe zit het dan met de eigen verantwoordelijkheid? Hij komt er niet uit. Want de vrije wil tast, zoals ik al zei, de almacht van God aan. Calvijn besluit uiteindelijk om het begrip ’vrije wil’ te laten rusten. In plaats daarvan vraagt hij zich af hoe mensen om moeten gaan met hun zondige aard. Door matigheid en discipline dus.”

    Maar zit er niet iets fatalistisch in deze visie?

    Selderhuis: „Calvijn heeft iets dubbels, wat vaak vergeten wordt. Als Calvijn de Bijbel leest komt hij uit bij een negatief mensbeeld. Tegelijkertijd is hij ook honderd procent humanist. Hij gelooft in verbetering. Hij heeft hoge verwachtingen van scholing en onderwijs. Dat we Calvijn als somber zien, komt vooral doordat we zijn theologische handboek ’De institutie’ zijn blijven lezen, maar zijn veel vrolijker preken en brieven te veel hebben laten liggen.”

    Van Geest: „Voor Augustinus zijn mensen pas echt vrij als zij zich erkend, aanvaard en geliefd weten, zo maar, zonder dat zij dit alles hebben verworven door prestaties te leveren. Dit besef stuurt onze wil meer ten goede dan wij denken. In die zin is het niet een belasting om afhankelijk te zijn van de genade van God en de liefde van de mensen. De erkenning ervan is juist een bevrijding.”


      Het is nu do maa 28, 2024 11:13 pm